Geschiedenis

Curaçao was het centrum van de slavenhandel in West-Indie. Na 1670 was de aandacht van de Compagnie veranderd van de slavenhandel naar de landbouw, veeteelt, nijverheid en mijnbouw. In de loop van de 17e eeuw stichtte de West-Indische Compagnie een aantal plantages maar die functioneerden niet goed.

De plantages van de West-Indische Compagnie werden begin van de 18e eeuw te koop aangeboden, er waren echter weinig geïnteresseerden. Toen ging men over tot het verhuren van de landhuizen dit slaagde heter. In het jaar 1716 waren alle plantages verhuurd, behalve plantage Hato.


In 1863 werd de slavernij afgeschaft. Ruim 6750 slaven vochten voor hun vrijheid. Deze slaven bleven over het algemeen in een rechtstreekse economische band met hun vroegere meester. Het zogenaamde paga-tera-systeem deed zijn intrede. De geëmancipeerde slaaf bleef wonen bij zijn vroegere heer, hij kon een stukje "eigen" land bewonen en bewerken op voorwaarde dat gedurende een bepaalde periode per week, maand of jaar voor de ex­eigenaar diensten werden verleend. Deze laatste compensatie kon ook wel in geld of in goederen worden geleverd.

 

Landhuis Knip

 

 

Plantage Knip werd gebouw rondom het jaar 1693. Een van de belangrijkste gebeurtenissen in de geschiedenis van plantage Knip is het feit dat de slavenopstand van 1795 hier is begonnen. Tot het jaar 1863 toen slavernij werd afgeschaft waren er slaven werkzaam op plantage knip. Er waren ongeveer 450 slaven werkzaam op plantage knip. Op 17 augustus 1795 wou een grote groep slaven op plantage Knip niet gaan werken. Deze groep slaven ging onder leiding van Tula naar plantage Santa Cruz, hier op plantage Santa Cruz werd de groep slaven in opstand vele malen groter.

 

Na deze opstand begon men op plantage Knip met het systeem van ‘paga-tera’. Dit systeem hield in dat de slaven een stukje grond van de plantage kregen maar in ruil daarvan moeten ze op de plantage voor de shon werken.

De laatste eigenaren van plantage Knip was de familie Muskus. De familie Muskus heeft het systeem van ‘paga tera’ behouden, maar wel met sommige veranderingen. Plantage Knip was een van de laatste plantages waar het systeem van ‘paga tera’ gebruikt werd.

 

In de jaren 50, 60 heeft Mn. Richard Muskus deze plantage verkocht aan de overheid. De overheid begon toen met het verhuren van het landhuis tot in het jaar 1985 toen afgesproken werd om het huis te restaureren. Toen men begon met het restaureren heeft monumentenzorg, die de meeste expertise had met het restaureren van monumenten, het huis gerestaureerd. Maar de overheid had niet genoeg geld om de restauratie te betalen. De overheid heeft dan de beslissing genomen om het landhuis gratis aan de monumentenzorg te geven.

 

De overheid bleef toen alleen belast met het beheer van het Landhuis. Tot de dag van vandaag is het huis in handen van Monumentenzorg en ‘Cas di Cultura’ heeft het beheer van het landhuis. ‘Cas di Cultura’ is degene die heeft besloten om een museum te maken in het landhuis. Het landhuis is nu een museum dat erg veel bezocht wordt doordat het zo rijk aan geschiedenis is.

Landhuis Brakkeput Mei Mei

 

 

Plantage Brakkeput Mei Mei moet al in het begin van de 18e eeuw bestaan hebben. In 1733 werd de plantage verkocht aan Isaac en Willem Lamont. In 1828 was de plantage in handen van de weduwe Johs. Ellis en er waren ongeveer 22 slaven daar werkzaam. Plantage Brakkeput Mei Mei was ongeveer 82 hectaren groot

 

In januari 1938 werd op Brakkeput Mei Mei een jongenstehuis gesticht. Dit jongenstehuis was niet ver van het katholieke werkkamp die een jaar eerder gesticht werd op Brakkeput-Ariba. Dit werkkamp was bestemd als sociaal instituut voor jeugdige werklozen. Ook was het bedoelt als logeergebouw voor jongens van buiten die in Willemstad op school gingen en als tijdelijk opvoedingsplaats. Het tehuis stond open voor protestante en katholieke jongens. In juni 1945 net na de oorlog werd het Jongenshuis gesloten.

 

Landhuis Brakkeput Mei Mei dat sinds 1929 de Shell toebehoorde, werd een zeilvereniging van Shell-mensen. De landhuizen Brakkeput Mei Mei en Brakkeput Ariba waren beiden sterk gemoderniseerd. Brakkeput Mei Mei was sterk gemoderniseerd doordat het een clubgebouw bij de jachthaven was. In 1985 is het landhuis in handen gekomen van de Stichting Monumentenzorg. De Stichting Monumentfonds huurt het gebouw van Landhuis Brakkeput Mei Mei met de exploitanten van het restaurant Brakkeput Mei Mei.